woensdag 20 januari 2021

INLEIDING
















Beeldverantwoording: zie onder




WAAROM HEBT GE MIJ VERLATEN?

In de Bijbel zijn 150 psalmen gebundeld. In de meeste uitgaven vind je, als je tenminste beide Testamenten hebt, de psalmen vanzelf als je het boek precies in het midden opent.

Veel psalmen zijn liederen, dat vinden we in de opschriften terug. Deze liederen zullen hun functie hebben gehad in de tempelliturgie en waarschijnlijk ook als bedevaartslied voor groepen gelovigen die op weg naar Jeruzalem waren.

Allerlei schrijvers hebben aan dit boek bijgedragen: Mozes, Salomo, Heman, Etan, Asaf en de zonen van Korach maar de bekendste en meest genoemde auteur die we in de opschriften tegenkomen is David. In de Bijbelse verhalen wordt verteld dat David een goede muzikant was: Met zijn harpspel kon hij de depressies van Saul, zijn koning, verlichten.

Wanneer je een goede Bijbelvertaling hebt, laten de psalmen zich lezen als boeiende lyriek, met een rijkdom aan beelden.

Psalm 22, die de dichters Albert Hagenaars en Rob van Uden als uitgangspunt voor hun gedichtenreeks hebben genomen, is een gedicht vol heftige emoties. Het zijn de woorden van een mens in nood.
In de verzen 1 t/m 22 wordt deze crisis uitgewerkt en gevolgd door een smeekbede. Bij vers 23 komt er een omslag. De oproep tot God verandert in een dankgebed dat uitloopt op een hymne.

De psalm begint met de beroemde woorden: "God, mijn God, waarom hebt gij mij verlaten?" De woorden werden door Jezus aan het kruis uitgesproken, of misschien uitgeschreeuwd. In de Christelijke kerken is deze psalm daarom verbonden gebleven met de kruisdood van Jezus Christus. Hij wordt vooral in de passietijd gebeden en gezongen.

Albert Hagenaars en Rob van Uden hebben voor een andere omgang met de tekst gekozen; verspreid over de tekst hebben ze fragmenten van de psalm losgemaakt en ingezet als inspiratiebron voor een gedicht. Waartoe het moest leiden werd niet afgesproken. Steeds, als een gedicht zijn voltooiing naderde, werd het voorgelegd aan de ander en langzamerhand luisterden de twee dichters meer en meer naar elkaars werk en lieten ze zich in stijl en inhoud door elkaar beïnvloeden. Aldus ontstond een reeks van veertien, sterk door de psalm geïnspireerde, verzen.

Het resultaat bieden we u graag aan op deze website.


Albert Hagenaars en Rob van Uden






















DE HINDE IN HET MORGENROOD

Psalm 22,1

Wees goddelijk kwetsbaar,
schimmel op het rottend hout,
schuilplaats in het woud,
in deze nacht van lijden, dood,
die hellehond van immervrees.

Wees menselijk geraakt
het eerste zonlicht opgeraapt,
jij, mijn eeuwig beminde ree
aan de bosrand, mijn hinde
in het morgenrood.


Rob van Uden






















WAAROM HEBT GE MIJ VERLATEN?

Psalm 22.2

En ik denk u te horen, nee, ik hóór u,
niet luider maar indringender, en niet
van verre maar van ten zeerste nabij.

Leren mijzelf te bevragen moet ik nu,
inzien dat inzicht niet van een antwoord
afhangt maar van de vrucht in de vraag.

Zo plooien wij ons naar uw peilloze wil,
die bezit neemt van lichaam en geest
wanneer wij eindelijk de wereld ervaren

zoals hij door velen wordt ondergaan: bar,
strompelend in een onafzienbare stroom,
zonder have en goed, zonder leidsman

want zich verlaten weten is levenslang
doorgroeien naar wie u bedoelt dat wij
voor onszelf en anderen dienen te zijn.


Albert Hagenaars





















AL WIE MIJ ZIEN DRIJVEN MET MIJ DE SPOT

Psalm 22,8

Ook het spotten, het sarren in elke vorm,
zowel door de armsten als door de kenners
van de geboden, bleef mij niet bespaard.

Vriendelijkheid van een vreemde,
een warmere blik, ze roepen immers
vragen op uit overlevering, en vage angst.

Hoe ook kan men iemand benaderen,
daadwerkelijk raken, in wat niet gevoeld
wil worden, onder woorden gebracht?

Ik sprak daarom velen aan, met armen
die aangaven blijdschap te kunnen bieden,
of troost voor nooit te vergeten verlies.

Ze lachten schel; ik voorzag wat zou volgen:
de fluimen en het zwiepen van takken.
De duw in de rug. Het stof en de stenen.


Albert Hagenaars




























LAAT DE ENE ZORGEN

Psalm 22,9

Dat ik hoest en roestig
hijgen eerbiedig, ‘t haperend
happen naar de adem
die u hebt ingeblazen;

't geboeid aanvaarden
dat u mond op mond mij
woorden van leven
op de lippen legt;

’t lef van voeten in de beugels
wanneer ik geen teugel
in handen, of uitkomst
voor ogen heb;

omdat u het tobben
en twijfelen dat ik zo nodig
meen te hebben, van mij
afwentelt, overneemt.


Rob van Uden






















OP U BEN IK GEWORPEN VAN DE BAARMOEDER AF

Psalm 22, 11

Mijn moeder sloeg de vroedvrouw
weg en kreunde als een jonge ram
met zijwaarts getrokken kop.

Dan braken de vliezen. Haar beurse liezen
persten de vrucht van hoop door lippen
en klittend haar tot in het rode licht.

Ruw waren de hennep doeken, hard
en koud de handen die ons los
sneden en mij langdurig droog wreven

en aan haar lange speen legden. Ik beet
me vast in dit zwellend vlees, zoog
meer liefde dan zij kon geven en leerde

dat ik in Uw naam een andere dorst
moest lessen; aller vrees bezweren,
aller verlangen naar verlossing bezegelen.


Albert Hagenaars






















IK BEN UITGEGOTEN ALS WATER

Psalm 22,15

De schijn dat mijn werkelijk lichaam
wordt gescheiden van de bron,
doet mij snakken naar water,
ik heb dorst;

het venijn van doorns en nagels
drijft bloed, zweet en tranen
uit mijn ziel en zaligheid,
beneemt mij de adem;

het kloppend hart van mijn bestaan
wordt geopend en uit de diepte
roepen bloed en water tot u.

En, begint het water te stromen,
bid ik u wie of wat
en of dit water ooit gedronken zal.


Rob van Uden























ALS EEN POTSCHERF IS VERDROOGD MIJN KRACHT

Psalm 22,16

De weelde van de woestijn ontdekte ik.
De klaarheid van droogte en verte versnelde
mijn tred, doordrong in grotten mijn dromen.

Ik sprak u aan met alle voorname vormen, ik richtte
me op uw gezag als de gemerkte ram op de ooi
en dacht te geloven dat u mij stilzwijgend leidde.

De maan, rood en angstwekkend dichtbij,
en ontelbare sterren dreven met ongekende kracht
de wereld voorbij wanneer ik waakte en keerde.

Vanaf toppen overzag ik het toegezegde land.
Ik stond tussen gieren, bezwoer de hete wind
en spreidde mijn armen als in een schreeuw.

Nu lig ik in de schaduw van uw barre rots,
te vermoeid om voort te gaan, en zie tegelijkertijd
mezelf gebogen over eigen botten staan.


Albert Hagenaars























WANT OMRINGD BEN IK DOOR HONDEN

Psalm 22,17

Is dit angst? Of is dit gebrek aan ervaring
die te vaak moed moet worden genoemd
om niet alleen anderen te overtuigen?

Hoe dan ook vrees ik de blinkende tanden
en de bloedwijze ogen die meer schande
waarnamen na dan tijdens de slag

en zeker ook hun ophitsers die mijn lijf
voor het Zijne doorsteken met blikken vol haat
of erger nog, onverschilligheid en genoegen.

Maar sterker voel ik het besef niet te kunnen
voldoen aan de verwachting van de getrouwen
die hun lot met het mijne wagen te verbinden,

aan de hoop die ik ervoer toen ik jong was
en zelfverachting nog had te ondervinden:
in hun dure harde hand, in kwijl en loos zaad.


Albert Hagenaars























ONDER ELKAAR VERDELEN ZIJ MIJN GEWADEN

Psalm 22,19

Schamel en naakt zal wat mijn lichaam was
voor hen liggen, zonder gevouwen handen
op de schaamte, op de appel van de zonde.

In een rood licht dat noch van de zon
noch van de maan afkomstig kan zijn zie ik
hoe ze mijn gewaden besnuffelen en wegen,

hoe ze kiezen en verdelen zoals zij ook zelf ooit
zullen worden versmaad, besmeurd met de vlekken
van de wereld die zij tot de hunne maakten.

Hoor het grote scheuren dat dan vele malen luider
klinkt dan het rinkelen van de geldstukken,
het overspelig hijgen, het aanbidden van de afgod.

Mijn leven ging in hun schuldige handen teloor.
Uw onpeilbare diepte boven de woestijn, de sterren,
de koelte van de grot; alles wat mij dierbaar was.


Albert Hagenaars






















GIJ ENE, BLIJF TOCH NIET VER

Psalm 22,20

Wordt mijn naam gewist
uit deze volkstelling van de dood,
schildert u schakeringen
bloesem in de schemering.

Dus bid ik
blijf deze nacht,
blijf toch niet ver.

Als mijn waarde schroeit
in de hitte van dit volksgericht,
blaast u, midden op de dag,
kleine veranderingen
in duizend tinten groen.

Dus bid ik
blijf deze nacht,
blijf toch niet ver

en leidt het water
uit mijn wonde, over de wortels
van dit wankel bestaan.


Rob van Uden
























ONTRUK MIJN ZIEL, HET ENIGE DAT IK HEB!

Psalm 22,21

In mij een hert
dat zich uitrekt, opstaat,
het veilig bos achterlaat,
smacht en dorst, de kop omhoog.

In mij een ziel, porcelein,
het enige dat ik heb, voorzichtig
evenwicht, binnen een decor
van jong groen en eerste licht.

Ontruk dit helder ogenblik,
dit inzicht, uit de bek van de hond,
aan de stok van de vandaal.

Richt de stilte, het geluk in mij
op het water, de bron, uw lichtmoment
en monument voor de gevallenen.


Rob van Uden



























VAN U MIJN LOFLIED WAAR EEN SCHARE IS VERGADERD

Psalm 22,26

Hoort, ik verkondig mijn gelofte die verder
reikt dan de rede van de aardse heerser.
Ik schenk u de oudste bede op een nieuwe wijs.

Ik zing u mijn boodschap toe, u allen
die van verre kwam voor het bestendigen
van het verbond; de geboden en verboden.

Mijn stem bevat de citer die de zuiverste
lendenen doet zwaaien en draaien, de trom
die hun cadans in zin vertraagt en versnelt

maar bovenal de bezwerende woorden
waarmee Hij door mij beelden voor u openbaart
wanneer geloof wijkt, twijfel uw hart vertroebelt.

Vreest niet Degene die u tot aan het einde
van uw dagen liefheeft, u in Zijn genade
op zal nemen aan het enige portaal.


Albert Hagenaars























DAN KNIELEN VOOR ZIJN AANSCHIJN AL WIE MOESTEN DALEN IN HET STOF

Psalm 22,30

Dat het onderhoud vergt
om zonder denken te weten wat
grenzeloos leven is, uitspatten
op het ritme van drums en drift;

om het moede lijf, geplunderd
door graaiers die beslag leggen
op dagelijks brood en goede trouw,
uit bed te hijsen;

om oog in oog met ploert en protser
en dalend in het stof, te wachten
tot ruis, spot en fluister verdwijnen

en achter het schemerduister
een nieuwe morgen
om te knielen voor zijn aanschijn.


Rob van Uden























ZIJ ZULLEN ZIJN GERECHTIGHEID MELDEN

Psalm 22,32

Die vertellen
dat ik ’t ben, de timmerman
die de sleutel, het nachtslot maakt,
boeien slaakt en deuren opent;

dat ik,
gekruisigd,
op de brandstapel,
de keel doorgesneden...

dat een gevleugelde
bij het graf meldt dat ik,
getuige, gebroken als brood
gebraden als gans,

zal zingen in het morgenrood,
een witte zwaan.


Rob van Uden







BIBLIOGRAFISCHE GEGEVENS






















Rob van Uden (geb. 1960), initiatiefnemer van dit psalmenproject, studeerde Theologie aan de universiteit van Tilburg en is diaken in de R.K. Kerk.
Hij was tot 2017 voorzitter van het Stadsdichters Collectief Breda en werkte mee aan het TV programma Stadsgedichten van de lokale omroep BredaNu. Hij publiceerde een korte roman, 'Het gebeurde in Haag' (1996), en een heemkundige biografie: 'n echte Baviaon, Jan Jorissen en Bavel'.
Tot nog toe verschenen er vijf gedichtenbundels: 'Verwekpot' (Wel, 1983) en 'Sleet' (Van Kemenade, 2010), een drietalige bundel 'Het eiland, de nimfen' (Bibliotheca Universalis, 2016), 'Gaat 't mij aan', een kruisweg (2017, samen met Pien Storm van Leeuwen) en 'David' (Van Kemenade, 2018). Ook verschenen gedichten van zijn hand in diverse verzamelbundels en tijdschriften in Nederland (o.a. Naar Morgen, Leydraden, Brabant Literair), België (De Schaal van Digther), Roemenië (Orizont Literar Contemporan) en Bulgarije (Znacite).
In Breda kregen twee van zijn gedichten een plaats bij het busstation. En in Molenschot verscheen een gedicht op de klapdeuren van De Molenwiek, een multifunctionele accommodatie inclusief basisschool en peuterspeelzaal.



























Albert Hagenaars (1955, Bergen op Zoom) schrijft romans, poëzie en recensies, voor o.m. De Haagsche Courant en NBD Biblion (de Nederlandse Bibliotheekdienst).
Hij publiceerde in honderden literaire tijdschriften, o.a. De Tweede Ronde, Maatstaf, Poëziekrant en Raster alsmede in tal van bloemlezingen. Enkele bundels verschenen in een andere taal, o.a. in het Frans, Indonesisch, Roemeens en Spaans.
Zijn poëzie werd ook in muziek omgezet, tot nu toe door Jan Walraven (cd 'Linguisticum'), Dirk Stromberg (cd 'Tropical Drift') en Wim van den Boom (work in process).
Samen met Siti Wahyuningsih vertaalt hij Nederlandstalige gedichten van bekende en onbekende auteurs in het Indonesisch (al ruim 200 stuks).
Hij verblijft beurtelings in Nederland en Indonesië. Mede daarom zijn de belangrijkste thema’s in zijn werk reizen en interculturele relaties.
In 2007 ontving hij zowel de HAFT-Poëzieprijs als de Sakko-Prijs, een oeuvre-onderscheiding die jaarlijks beschikbaar wordt gesteld door Tamoil Nederland BV
.

www.alberthagenaars.nl







BEELDVERANTWOORDING

Foto boven: site Coffee with the lord (Wordpress)

Psalm 22.1: Rob van Uden

Psalm 22.9: Rob van Uden

Psalm 22.15: Rob van Uden

Psalm 22.20: Rob van Uden

Psalm 22.30: Rob van Uden

Psalm 22.32: Rob van Uden



Meer informatie volgt...